Persbericht: Later selecteren voor het voortgezet onderwijs vraagt structurele aanpak en politieke moed

Het tegengaan van de negatieve gevolgen van vroege selectie en doorgeschoten differentiatie in het Nederlandse onderwijs vergt een structurele aanpak, een lange adem, doortastendheid en politieke moed, aldus de Onderwijsraad. In een brief aan de Tweede Kamer vraagt de raad aandacht voor de inhoud en urgentie van het advies Later selecteren, beter differentiëren. ‘Ieder talent telt’ volgens het regeerprogramma van dit kabinet, maar de huidige inrichting van het onderwijsstelsel staat dit ideaal in de weg. De raad waarschuwt dat zonder structurele aanpassingen het vraagstuk telkens opnieuw op de agenda zal komen.

De staatssecretaris Funderend Onderwijs en Emancipatie stuurde de Tweede Kamer op 25 oktober jl. een brief over de ex ante evaluatie naar aanleiding van het advies van de Onderwijsraad. De staatssecretaris neemt de aanbevelingen van de onderzoekers over ‘om vooralsnog het huidige stelsel te behouden, verder te werken aan maatregelen om de eventuele nadelige effecten van vroege selectie te ondervangen en intussen meer kennis op te bouwen over de overgang van het primair naar het voortgezet onderwijs.’

Advies Onderwijsraad: selecteer later en differentieer beter

In Nederland selecteren we leerlingen al op jonge leeftijd voor een plek in het voorgezet onderwijs. In het voortgezet onderwijs wordt bovendien scherp onderscheid gemaakt in schoolsoorten (praktijkonderwijs, verschillende leerwegen in het vmbo, havo en vwo, bestaande uit atheneum en gymnasium). Deze schoolsoorten worden vaak op gescheiden locaties aangeboden, waardoor leerlingen elkaar niet meer ontmoeten. Dit pakt nadelig uit: leerlingen met dezelfde cognitieve capaciteiten, maar met verschillende achtergronden, krijgen niet dezelfde ontwikkelkansen in het onderwijs.  Hierdoor volgen leerlingen voortgezet onderwijs dat niet aansluit bij wat zij in hun mars hebben. De overheid voldoet daarmee niet aan de opdracht om toegang tot goed onderwijs voor alle leerlingen te waarborgen.

De Onderwijsraad adviseerde daarom in 2021: stel het moment van selectie voor het voortgezet onderwijs uit en laat leerlingen met uiteenlopende capaciteiten in de onderbouw van het voortgezet onderwijs samen onderwijs volgen op dezelfde schoollocatie. Dat betekent dat leerlingen onderwijs volgen op verschillende niveaus, in wisselend samengestelde groepen, maar niet op gescheiden scholen of in afgescheiden routes. Door landelijk het moment van selectie uit te stellen, worden de ontwikkelkansen voor alle leerlingen vergroot.

Werk toe naar structuurwijzigingen

Uit nationaal en internationaal wetenschappelijk onderzoek blijkt dat de keuze voor later selecteren in het onderwijs een positieve invloed heeft op de ontwikkelkansen van leerlingen met verschillende talenten en achtergronden. De raad vraagt zich af hoeveel onderzoeken er nog nodig zijn voordat er keuzes worden gemaakt. Het is een feit dat in het huidige systeem talent onbenut blijft. Elk jaar opnieuw maken zo’n 170.000 leerlingen de bepalende overstap van het primair onderwijs naar het voortgezet onderwijs, die zonder ingrijpen niet allemaal de kans krijgen hun potentieel te verwezenlijken in het onderwijs.

Al ruim een eeuw worden in beleid en praktijk pogingen ondernomen om de nadelige effecten van de vroege en rigoureuze scheiding van leerlingen voor hun talentontwikkeling tegen te gaan. De belemmeringen voor goed onderwijs aan iedereen zijn ingebakken in het huidige onderwijsstelsel. Structuuraanpassingen zijn daarom noodzakelijk. De raad benadrukt de urgentie om daarnaartoe te werken. Zodat het Nederlands onderwijs daadwerkelijk en duurzaam bijdraagt aan gelijke onderwijskansen.