Later selecteren, beter differentiëren

De Onderwijsraad constateert dat het onderwijssysteem op een belangrijk punt faalt: leerlingen krijgen onvoldoende kans op onderwijs dat recht doet aan hun capaciteiten en ontwikkeling. De coronacrisis versterkt dit. Nederland doet hiermee al jaren leerlingen tekort en de economie en samenleving lopen talent mis. De raad adviseert: selecteer later en differentieer beter.

Beeld: ©Onderwijsraad

Gelijke onderwijskansen onder druk

In het Nederlandse onderwijsstelsel worden leerlingen al op jonge leeftijd geselecteerd voor een schoolsoort van het voortgezet onderwijs. Deze vroege selectie leidt tot ongelijke onderwijskansen. Leerlingen met dezelfde cognitieve capaciteiten, maar met verschillende achtergronden, komen niet op hetzelfde onderwijsniveau terecht. Hierdoor volgen veel leerlingen voortgezet onderwijs dat niet past bij wat zij in hun mars hebben.

Het is ook steeds moeilijker geworden om wel op de goede plek te komen via brede brugklassen en door te ‘switchen’ of te ‘stapelen’. Het vroege selectiemoment heeft daarmee grote gevolgen, wat veel druk geeft bij leerlingen en hun ouders. Bovendien ontmoeten jongeren met verschillende achtergronden elkaar niet meer op school: ze zitten van elkaar gescheiden in hun eigen bubbel.

Later selecteren, beter differentiëren

De raad adviseert daarom het moment van selectie uit te stellen tot na een brede driejarige brugperiode. Zodat alle leerlingen de kans, tijd en de gelegenheid hebben zich te ontwikkelen en te ontdekken welk soort onderwijs zij het beste kunnen volgen na de brugperiode. Dat geldt voor zowel de meer begaafde, vroegrijpe en snel lerende kinderen, als de minder vlot of goed lerende jongeren en de laatbloeiers.

Aan het einde van de brugperiode vindt selectie plaats naar een van de onderwijsvormen in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs. Dit betekent dat het huidige schooladvies en de eindtoets in groep 8 van het basisonderwijs komen te vervallen. De raad adviseert om landelijk en gelijktijdig op alle scholen het moment van selectie uit te stellen. Dat vergt een aanpassing van de structuur van het voortgezet onderwijs.

Maar alleen later selecteren is niet voldoende. De raad adviseert ook om, veel meer dan nu, in het basis- en voortgezet onderwijs flexibel onderwijs op maat te geven, dat recht doet aan verschillen tussen leerlingen. Dat betekent dat leerlingen onderwijs kunnen volgen op verschillende niveaus in wisselende groepen, met de verrijking, verdieping en extra begeleiding die zij nodig hebben. De raad vraagt daarbij ook aandacht voor de cognitief sterke leerlingen, die nu vaak te weinig uitdaging krijgen.

  • Schematische weergave van het advies Later selecteren, beter differentiëren