Traditioneel islamitisch als richting in het onderwijs
De minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media heeft de Onderwijsraad gevraagd of de grondslag ‘traditioneel islamitisch’ een richting is op basis waarvan je met bekostiging van de overheid een nieuwe school kan stichten. Op basis van het huidige toetsingskader adviseert de raad negatief.
De raad herkent in traditioneel islamitisch geen te onderscheiden richting. Hij ziet onvoldoende onderscheid met de erkende richtingen islamitisch, orthodox islamitisch en liberaal islamitisch. De raad heeft geen kenmerkende opvattingen gevonden die duiden op een onderscheiden godsdienst. De aanvrager geeft een eigen, particuliere invulling aan de grondslag, maar deze is onvoldoende bepaald. Om aangemerkt te kunnen worden als een richting, moet ‘traditioneel islamitisch’ ook institutioneel verankerd zijn in diverse maatschappelijke domeinen. De raad heeft geconstateerd dat dat niet het geval is; van organisaties die zich expliciet als traditioneel islamitisch manifesteren, is geen sprake.
Samenloop met ‘meer ruimte voor nieuwe scholen’
In het verleden heeft de raad meermaals gepleit voor de invoering van een stelsel waarin de richting van een school niet meeweegt bij de vraag of die school bekostigd wordt door de overheid. Bepalend zou dan zijn dat er een goed schoolplan ligt dat voldoet aan de wettelijke eisen en dat er voldoende interesse is in de nieuwe school. De raad steunt dan ook het wetsvoorstel Meer ruimte voor nieuwe scholen.