Wetsvoorstel sociale veiligheid op school
De Onderwijsraad adviseert staatssecretaris Dekker (onderwijs) het concept wetsvoorstel sociale veiligheid op school te heroverwegen. Scholen zijn nu al wettelijk verplicht te zorgen voor een veilig schoolklimaat, en daarmee ook voor sociale veiligheid. Antipestbeleid maakt daarvan onderdeel uit, zo stelt de raad. Scholen kunnen hierbij gebruikmaken van een antipestprogramma, maar moeten ook ruimte houden een andere aanpak te kiezen.
Op verzoek van de staatssecretaris heeft de Onderwijsraad advies uitgebracht over het concept wetsvoorstel sociale veiligheid op school. Dit wetsvoorstel regelt dat iedere school in het primair en voortgezet onderwijs de wettelijke verplichting heeft de sociale veiligheid op school te waarborgen. Daarbij moet het bevoegd gezag een antipestprogramma hanteren en de sociale veiligheid van leerlingen op school monitoren. Ook moet het bevoegd gezag een vertrouwenspersoon aanstellen en de coördinatie van en de belangenbehartiging inzake antipestbeleid bij een persoon beleggen. Het antipestprogramma dat de school hanteert moet vooraf zijn goedgekeurd door een speciaal daartoe ingestelde commissie, aldus de memorie van toelichting.
De Onderwijsraad concludeert in zijn advies dat scholen al een inspanningsverplichting hebben om sociale veiligheid op school te bevorderen. Pesten is een ernstige en specifieke situatie van sociale onveiligheid. Scholen zijn aanspreekbaar op en moeten zich ook verantwoorden over hun veiligheidsbeleid. De meeste scholen in het primair en voortgezet onderwijs maken werk van deze verplichting en hebben zicht op de veiligheidsbeleving van hun leerlingen (70% van de basisscholen, 90% in het voortgezet onderwijs). Ondanks hun inspanningen kunnen er situaties zijn waarin leerlingen zich niet veilig voelen. Uit onderzoek van de Inspectie blijkt dat 17% van de leerlingen op de basisschool en 15% van de leerlingen in het voortgezet onderwijs aangeven te zijn gepest. De raad deelt de zorg van de staatssecretaris hierover en meent dan ook dat hij terecht aandacht vraagt voor het beleid omtrent sociale veiligheid. Alle scholen moeten zich inspannen voor de veiligheid van leerlingen.
Het concept wetsvoorstel sociale veiligheid op school verplicht tot het hebben van een antipestprogramma dat theoretisch goed en empirisch adequaat onderbouwd is. De raad is van mening dat scholen de ruimte moeten houden om zelf te kiezen of ze al dan niet een antipestprogramma willen hanteren. Een school kan het tegengaan van pesten ook integreren in zijn algemene pedagogisch-didactisch beleid. Wanneer een school wel een antipestprogramma gebruikt moet het mogelijk zijn een eigen methode te kiezen en deze aan te passen als dat in de praktijk nodig blijkt. Vanzelfsprekend mag van scholen worden verwacht dat zij daarbij zoveel mogelijk gebruikmaken van bestaande kennis en hun eigen kennis en ervaring ook delen met anderen. De raad vindt dat alle scholen zich horen te verantwoorden over de effectiviteit van hun sociale veiligheidsbeleid. Hiervoor is geen specifieke wetgeving nodig.
Het advies is op 5 september 2014 aan de staatssecretaris verzonden en op 16 september door de raad openbaar gemaakt. De staatssecretaris zal op dit advies reageren in de memorie van toelichting bij het wetsontwerp.