Kiezen voor kwalitatief sterke leraren
Onderwijs staat of valt met goede leraren. De raad pleit in dit advies daarom voor een sterkere sturing op kwaliteit. Hij benadrukt het belang van een integrale aanpak zoals onder andere bepleit door de commissie-Rinnooy Kan. Bovendien adviseert de raad meer gebruik te maken van de mogelijkheden om (aankomende) leraren te selecteren, om de beroepsstandaard te verhogen, om professioneel schoolleiderschap te stimuleren en om in de regio samen te werken.
De raad concludeert dat het beleid van de afgelopen jaren vooral gericht is geweest op het kwantitatieve lerarentekort. Pas de laatste jaren is er een begin gemaakt met het sturen op kwaliteit. De raad benadrukt dat dit het moment is om de beoogde kwaliteitsslag te maken en structurele oplossingen te realiseren voor de toekomst. Het lerarentekort valt tijdelijk mee door dalende leerlingenaantallen, de economische crisis en het succesvolle beleid om ouderen binnenboord te houden. Een sterke beroepsgroep draagt bij aan de kwaliteit van het onderwijs en dit heeft op langere termijn naar verwachting een aanzuigende werking op andere (aankomende) hoogopgeleiden om voor het leraarschap te kiezen, zodat de verwachte tekorten ook op lange termijn afnemen.
Aanbeveling 1: maak meer gebruik van werving en selectie rond de lerarenopleiding
De raad pleit voor betere werving en selectie rond de lerarenopleiding. Dit is niet alleen goed voor de kwaliteit van leraren, maar ook voor de status en aantrekkelijkheid van de opleiding. Dergelijke werving en selectie kan plaatsvinden door actief goede kandidaten te zoeken voor de opleiding vanuit het voortgezet onderwijs en hoger onderwijs, door selectie aan de poort, door opleidingen op hoog niveau en door speciale trajecten voor excellente studenten.
Aanbeveling 2: verhoog de beroepsstandaard
De raad adviseert voor zittende leraren de beroepsstandaard te verhogen. Daarvoor wil de raad hogere eisen stellen aan scholing. Ten eerste zou bij- en nascholing verplicht moeten zijn, gekoppeld aan een publiekrechtelijk lerarenregister. Registratie is een voorwaarde voor het behouden van de lesbevoegdheid. Ten tweede pleit de raad ervoor dat het behalen van een masterdiploma de standaard wordt voor alle nieuwe havo- en vwo-leraren en de leraren in de algemene vakken in het vmbo en mbo door beschikbare tijd en middelen in dit perspectief te plaatsen. Verder adviseert de raad te investeren in inductieprogramma’s (begeleidingsprogramma’s voor beginnende leraren) en het functioneren van leraren in de praktijk serieuzer te beoordelen.
Aanbeveling 3: stimuleer onderwijskundig schoolleiderschap
Professioneel, onderwijskundig schoolleiderschap is essentieel voor een aantrekkelijke werkomgeving voor hoogopgeleide leraren. De raad adviseert ook voor schoolleiders een register in te stellen. De verplichte bij- en nascholing die daarin opgenomen wordt, moet zich vooral richten op competenties voor onderwijskundig leiderschap gekoppeld aan personeelsbeleid.
Aanbeveling 4: werk in de regio nauw samen aan kwaliteit en kwantiteit
De onderwijsarbeidsmarkt ziet er niet in heel Nederland hetzelfde uit. Er zijn tekortregio’s en overschotregio’s. Landelijke maatregelen om lerarentekorten tegen te gaan, werken niet altijd en overal even goed. De raad pleit voor het ontwikkelen van een schooloverstijgend strategisch personeelsbeleid dat past bij de situatie in de regio. Hij doet daarvoor vooral een appel op schoolbesturen.