Ruim baan voor stapsgewijze verbeteringen
Grootschalige onderwijsvernieuwingen hebben in het onderwijs vaak niet tot de verwachte resultaten geleid. Op verzoek van de Tweede Kamer brengt de Onderwijsraad een advies uit over de vraag hoe de bestaande onderwijspraktijk stapsgewijs kan worden verbeterd.
Om het onderwijs systematisch en stapsgewijs te verbeteren is het belangrijk dat onderwijspraktijk en onderwijsonderzoek nauw samenwerken. Deze samenwerking gaat echter niet vanzelf. Scholen hebben veelal hun handen vol aan de dagelijkse gang van zaken bij het doorvoeren van onderwijsverbeteringen en zij hebben weinig belang om hun ervaringen te delen met andere scholen en onderzoekers. Onderzoekers op hun beurt leveren te weinig resultaten waar de praktijk direct wat aan heeft, zij hebben bovendien weinig incentives om onderzoek uit te voeren samen met scholen.
Aanbeveling 1: stimuleer netwerkvorming van scholen, ontwikkelaars en onderzoekers
De raad pleit voor het versterken van de verbinding tussen onderzoek en praktijk door de vorming van netwerken van scholen, universiteit(en), hogescholen en onderwijsontwikkelaars in uoc’s (universitaire onderwijscentra), naar analogie van de universitaire medische centra. In deze netwerkorganisaties werken scholen samen met onderzoekers, lectoren en lerarenopleidingen om kennis te ontwikkelen op het gebied van onderwijsverbetering. Door scholen, onderzoekers en ontwikkelaars samen te brengen in uoc’s, worden onderwijs en praktijk letterlijk met elkaar verbonden. Uoc’s kunnen ontstaan rond vragen en uitdagingen waar groepen scholen zich mee geconfronteerd zien. De schaal van het netwerk in een uoc moet zodanig zijn dat het mogelijk is om wetenschappelijk onderzoek van goede kwaliteit uit te voeren. Daarnaast dienen leraren een onderzoeksoriëntatie te ontwikkelen door het volgen van een masteropleiding en verdient het aanbeveling dat sommige leraren zich specialiseren in praktijkgericht onderwijsonderzoek.
Aanbeveling 2: bundel en coördineer de verdeling van de middelen
Om scholen en onderzoekers te verleiden tot samenwerking pleit de raad voor meer coördinatie van de verschillende vormen van onderwijsonderzoek. De raad ziet daarbij een belangrijke rol voor een regie-orgaan, zoals dat onlangs is voorgesteld in het Nationaal Plan Toekomst Onderwijswetenschappen. Dit regie-orgaan zou de middelen voor onderwijsonderzoek moeten bundelen en verdelen. Vertegenwoordiging van onderwijsveld, onderwijsonderzoek en overheid in dit orgaan moet ervoor zorgen dat de agenda’s van fundamenteel onderzoek, praktijkgericht onderzoek en beleidsonderzoek beter op elkaar worden afgestemd, en dat onderzoek beter aansluit op de praktijk. Voor subsidie van praktijkgericht onderzoek komen in de visie van de raad alleen uoc’s in aanmerking.
Aanbeveling 3: kijk als overheid kritisch naar effectiviteit van onderwijsbeleid
Op termijn zouden alle scholen op een systematische manier moeten werken aan verbetering van het onderwijs. De overheid zou scholen daarvoor de ruimte moeten geven. Tegelijkertijd zou de overheid ook kritisch moeten kijken naar de effectiviteit van het eigen onderwijsbeleid. Naast het baseren van beleid op de beschikbare wetenschappelijke evidentie (evidence based beleid) gaat het daarbij ook om invoering van beleid op een manier die een goede evaluatie mogelijk maakt.