Naar hogere leerprestaties in het voortgezet onderwijs
In dit advies reageert de Onderwijsraad op de aankondiging door de minister van Onderwijs van een Actieplan Beter Presteren voor het voortgezet onderwijs. De raad stelt dat er ruimte is voor het verhogen van het kennisniveau van alle leerlingen in het voortgezet onderwijs. Om deze ruimte te benutten is inzet op kwaliteit gekoppeld aan hoge eisen nodig. De raad formuleert vier aanbevelingen om te komen tot een kwaliteitsverhoging van het onderwijs.
Aanbeveling 1: bevorder de kwaliteit van het onderwijsprogramma door meer focus
De kwaliteit van het onderwijsprogramma is gebaat bij helderheid over zowel de te bereiken doelen als over de kennisinhoud die aan de orde moet komen. De raad stelt voor om scholen meer focus in het programma aan te laten brengen door aan de hand van de referentieniveaus de leervorderingen in de doorstroomrelevante vakken Nederlands, Engels en rekenen/wiskunde aan het einde van het tweede leerjaar in kaart te brengen. Voor de andere vakken bepleit de raad meer focus door het bepalen van een gemeenschappelijke kern. Een herziening van de bovenbouw van het voortgezet onderwijs is gewenst en moet plaatsvinden in overleg met het vervolgonderwijs.
Aanbeveling 2: bevorder de kwaliteit van de school door inzet op opbrengstgericht werken
Opbrengstgericht werken leidt tot betere prestaties van leerlingen. Daarom is het van belang de inspanningen om tot een meer opbrengstgerichte cultuur te komen onverminderd voort te zetten. De Onderwijsraad is van mening dat alle scholen zouden moeten beschikken over een systeem om gericht de vorderingen van leerlingen te volgen en het onderwijs op de individuele beheersingsniveaus van leerlingen af te stemmen. Het gebruik van de streefkwaliteiten van de referentieniveaus zal daarbij de ambitie van leerlingen en leraren stimuleren. Daarnaast heeft het onderwijs voor opbrengstgericht werken baat bij heldere benchmarks gerelateerd aan de leerlingenpopulatie. Dit is met name van belang voor de doorstroomrelevante vakken. Een jaarlijkse peiling kan de informatie voor deze benchmark aanleveren en tevens de staat van het Nederlandse onderwijs op dit vlak weergeven.
Aanbeveling 3: versterk de kwaliteit en professionaliteit van leraren en schoolleiders
Om scholen in staat te stellen op basis van een goed onderwijsprogramma meer opbrengstgericht te werken, is de kwaliteit van leraren en schoolleiders van cruciaal belang. De Onderwijsraad adviseert daarom voor leraren en schoolleiders bij- en nascholing verplicht te stellen. Tevens stelt de raad voor het opleidingsniveau van leraren te verhogen. Voor nieuwe leraren in de onderbouw van het voortgezet onderwijs zou een opleiding op bachelorniveau de startkwalificatie moeten zijn. Binnen vijf jaar dienen ze een opleiding op masterniveau te hebben voltooid. Voor schoolleiders in het voortgezet onderwijs moeten bekwaamheidseisen worden ontwikkeld.
Aanbeveling 4: waardeer getoonde kwaliteit
Wanneer kwaliteit op alle niveaus wordt gestimuleerd, leidt dit naar verwachting tot hogere prestaties. Om dit goed tot uitdrukking te laten komen is het van belang dat de doelstellingen hoog en ambitieus liggen en dat getoonde prestaties ook worden gewaardeerd. Daarbij gaat het zowel om prestaties van leerlingen als ook van excellente leraren en om prestaties van scholen die excellente resultaten behalen.