Toezicht en bekostiging bij nieuwe schoolstichting
De Onderwijsraad adviseert naar aanleiding van een initiatiefwetsvoorstel over aanscherping van inspectietoezicht op nieuw bekostigde scholen. De conclusie van de raad is dat de huidige wetgeving voldoende ruimte biedt voor deze aanscherping. Daarnaast maakt de raad kanttekeningen bij een aantal amendementen op dit wetsvoorstel.
Het initiatiefwetsvoorstel van het voormalig Tweede Kamerlid J.J. van Dijk streeft naar een duidelijk wettelijk kader over de te volgen termijnen en procedures door de Inspectie wanneer scholen voor het eerst in de bekostiging worden opgenomen. De raad ondersteunt de uitgangspunten van indieners van wetsvoorstel en amendementen: leerlingen hebben recht op goed onderwijs, op welke school zij ook les volgen, en eventuele tekortkomingen moeten zo spoedig mogelijk worden vastgestel. Ook is de raad van mening dat artikel 23 van de Grondwet zich niet principieel verzet tegen het stellen van voorwaarden voordat een school op een plan kan worden gezet. De raad vraagt zich echter wel af of het nodig is de huidige wetgeving aan te passen. De huidige wetgeving vormt geen belemmering voor de voorgestelde verscherping van het toezicht en de sanctionering.
Het amendement Kraneveldt-van der Veen gaat over situaties waarbij de leerresultaten op een school langdurig tekortschieten of waarbij het schoolbestuur een aanwijzing heeft gekregen wegens wanbeheer. Het amendement stelt voor dat de minister kan besluiten dat het schoolbestuur in dergelijke omstandigheden niet in aanmerking komt voor bekostiging van een nieuwe vestiging. De raad is van mening dat de toelichting kan aangeven dat dit tijdelijk moratorium als sanctiemiddel is bedoeld.
Het amendement Dezentjé Hamming-Bluemink gaat over de aan nieuw bekostigde scholen te stellen voorwaarden. De raad is van mening dat daarbij vooral gekeken kan worden naar de bekwaamheid van leraren. Deze is goed van te voren te beoordelen en is een relevante factor voor de kwaliteit van de school.
Het amendement De Vries bepaalt dat de Inspectie zo spoedig mogelijk na aanmelding van een nieuw te bekostigen school, een advies uitbrengt over deze school. De raad denkt dat in de praktijk initiatiefnemers zich in verbinding zullen stellen met de Inspectie voordat tot oprichting van een school wordt overgegaan. Het is niet duidelijk welk urgent probleem, met welke omvang, dit amendement beoogt op te lossen.
Tot slot wijst de raad erop dat hij in het najaar van 2010 een advies zal uitbrengen over artikel 23 van de Grondwet. Daarin kan ook worden besproken welke strekking of reikwijdte de stichtingsvrijheid van artikel 23 lid 2 Grondwet nu en in de toekomst zou moeten hebben. De raad heeft daarbij recent gewezen op het belang van een gevarieerd aanbod van onderwijs en meer mogelijkheden voor stichting.