Blog: Goed onderwijs vergt meer dan kwartetten met kostenposten
Vorige week werden de aangekondigde bezuinigingen op het onderwijs met een derde teruggebracht. Wie het resultaat van deze politieke deal bekijkt, kan hierin geen visie op onderwijs ontwaren. Heeft de politiek eigenlijk nog wel in het vizier waarom we publiek geld investeren in onderwijs?
Geen enkele investering biedt zulke hoge rendementen als de investering in onderwijs: een bekende uitspraak van Benjamin Franklin, die regelmatig met instemming wordt aangehaald. Investeren in onderwijs betaalt zich immers dubbel en dwars terug. Kennis is de grondstof van onze economie. Goed onderwijs ligt ten grondslag aan de brede welvaart van individuen en van de samenleving als geheel. Waarom wordt onderwijs in Den Haag dan toch keer op keer als kostenpost benaderd? Een kostenpost waarop plussen en minnen van de begroting tegen elkaar worden weggestreept, net zolang tot elke partij content is met het binnenhalen van de eigen politieke buit. Het was vorige week een leuk potje Haags kwartetten met deelbudgetten, maar een visie op de publieke waarde van onderwijs viel niet te ontdekken.
Investeringen in onderwijs beslaan doorgaans de eerste dertig jaar van een mensenleven. De opbrengsten betalen zich een leven lang uit. In de besluitvorming over de rijksbegroting blijven deze opbrengsten van onderwijs buiten beeld. De langetermijneffecten van onderwijs worden niet doorgerekend door het CPB, waardoor uitgaven aan onderwijs kosten zonder opbrengsten lijken. Dan mag het algauw een tandje minder. Een eenzijdige concentratie op het terugbrengen van de uitgaven op de korte termijn vertroebelt echter het zicht op de terugloop in opbrengsten voor individuen en voor de samenleving op de langere termijn. Penny wise, pound foolish.
Onderwijs is niet voor niets verankerd in onze Grondwet als ‘voorwerp van de aanhoudende zorg der Regering’. Het brede maatschappelijk belang van goed onderwijs voor iedereen, en in het bijzonder de bijdrage van onderwijs aan economische groei, welvaart, kansengelijkheid, veiligheid, gezondheid, burgerschap en sociale cohesie, rechtvaardigen de publieke financiering van ons onderwijs. Juist als er wordt bezuinigd, moeten deze opbrengsten in ogenschouw worden genomen. Het benaderen van de onderwijsbegroting als een optelsom van losse maatregelen omzeilt het maken van afgewogen inhoudelijke keuzes voor de langere termijn. Het resultaat is een voortschrijdende verschraling van een bepalende institutie in onze samenleving.
Goed onderwijs vergt meer dan een potje politiek kwartetten. Het vraagt om een langetermijnvisie, waarin onderwijsinvesteringen en de opbrengsten daarvan voor de brede welvaart in samenhang worden bezien en afgewogen. Het begrotingsakkoord van vorige week geeft daarvan geen blijk. Straks mag de Eerste Kamer zich buigen over de onderwijsbegroting. En binnenkort liggen in de Tweede Kamer de geplande departementale bezuinigingen – inclusief die van OCW – voor, die mede bepalen waarvan de overheid in de komende jaren wel en geen werk kan maken. Laat keuzes niet bepalen door plussen en minnen met losse posten, maar getuigen van een doordachte visie op de publieke waarde van goed onderwijs voor iedereen.
Louise Elffers, voorzitter Onderwijsraad