Persbericht: Onderwijsraad adviseert over inclusiever onderwijs
Het onderwijs kan en moet inclusiever. Dat stelt de Onderwijsraad in een advies aan de minister voor Basis- en Voortgezet onderwijs en Media met het oog op het einde van de vijfjarige beleidsperiode Passend onderwijs. In dit advies geeft de Onderwijsraad een perspectief hoe het onderwijs op langere termijn inclusiever kan worden voor leerlingen en studenten met een beperking. Zodat op termijn steeds meer scholen en mbo-instellingen voor steeds meer leerlingen en studenten met een beperking klaarstaan. De Onderwijsraad beveelt aan om inclusiever onderwijs te waarborgen, onderwijssoorten dichter bij elkaar te brengen en de bekostiging aan te passen.
Bij inclusiever onderwijs gaat het om een combinatie van drie elementen: leerlingen met een beperking krijgen de benodigde ondersteuning en toerusting om naar school te kunnen, hun school is dichtbij huis en leerlingen volgen onderwijs samen met leerlingen zonder een beperking.
Inclusiever onderwijs als stip aan de horizon
Inclusiever onderwijs vergt gericht beleid. Bij inclusiever onderwijs wordt de doelgroep daarom afgebakend tot leerlingen met een beperking. In Nederland hebben ongeveer 300.000 jongeren een beperking. Leerlingen die om andere redenen dan een beperking extra begeleiding en aandacht nodig hebben behoren niet tot de doelgroep van inclusiever onderwijs.
Inclusiever onderwijs is een opdracht voor álle scholen. Voor scholen in het primair en voortgezet onderwijs betekent het dat zij in elk geval lichte ondersteuning en toerusting bieden en toewerken naar zwaardere ondersteuning en toerusting. Voor mbo-instellingen betekent inclusiever onderwijs dat zij studenten met een beperking ondersteuning en toerusting bieden om gezamenlijk beroepsonderwijs te volgen met studenten zonder een beperking. En dat ze studenten begeleiden bij de stap naar een vervolgopleiding, de arbeidsmarkt of een zorg-onderwijsvoorziening, ook nadat ze 18 jaar zijn geworden. De stip aan de horizon is dat op termijn steeds meer scholen voor steeds meer leerlingen en studenten met een beperking klaarstaan.
Aanbevelingen Onderwijsraad
Om te borgen dat álle scholen klaarstaan voor leerlingen met een beperking, adviseert de raad aan de rijksoverheid om een landelijke norm voor de lichte ondersteuning en toerusting te laten ontwikkelen voor het primair en voortgezet onderwijs. Dat gebeurt door professionals uit de praktijk samen met wetenschappelijke experts. Voor een betere borging adviseert de Onderwijsraad daarnaast om de huidige zorgplicht in het primair en voortgezet onderwijs te verbreden, zodat die ook ondersteuning en toerusting omvat bij overgangen in loopbaan en leefwerelden. Ook voor het middelbaar beroepsonderwijs adviseert de raad invoering van een zorgplicht.
De raad adviseert schoolbesturen, samenwerkingsverbanden en de overheid om speciaal en regulier onderwijs dichter bij elkaar te brengen. Door beide schoolsoorten op één locatie onder te brengen kunnen mengvormen ontstaan en wordt thuisnabij en gezamenlijk onderwijs ook mogelijk voor leerlingen die zwaardere ondersteuning en toerusting nodig hebben. Bovendien kunnen faciliteiten en expertise worden gedeeld. Om de expertise op scholen verder te vergroten adviseert de raad om inclusiever onderwijs nadrukkelijk een plaats te geven in het curriculum van initiële lerarenopleidingen en op te nemen in nascholingsprogramma’s.
De overheid heeft de taak om regelgeving, bekostiging en toezicht in lijn te brengen met de doelen van inclusiever onderwijs. Dat betekent onder andere dat scholen in het primair en voortgezet onderwijs op termijn rechtstreeks worden bekostigd voor alle lichte onderwijsondersteuning en -toerusting. Samenwerkingsverbanden blijven bekostiging ontvangen om scholen te helpen bij zwaardere ondersteuning en zorg-onderwijscombinaties.
Over de timing van het advies
Iedereen in de onderwijspraktijk wordt nu in beslaggenomen door de coronacrisis en de gevolgen ervan. Dat maakt dat het nu niet het goede moment is om na te denken en te spreken over de inhoud van dit advies. Gelet op de planning van de voorbereiding van de toekomstagenda van Passend onderwijs en de parlementaire behandeling daarvan stuurt de raad zijn advies nu aan de minister voor Basis- en Voortgezet onderwijs en Media. Later dit jaar brengt de raad dit advies breder onder de aandacht.