Column FD: Nu zien we hoe waardevol onze juffen, meesters en scholen zijn

Edith Hooge 

Sinds medio maart zijn alle scholen in Nederland dicht vanwege het coronavirus. Al enige weken ervaren ouders, werkgevers, kinderen en leraren aan den lijve wat de waarde is van het onderwijs. De coronacrisis legt onverbiddelijk twee heel belangrijke functies van het onderwijs bloot. Naast de primaire leerfunctie, wordt nu duidelijk dat de school ook de (economische) functie heeft van opvang, en zelfs de (sociale) functie van een veilige haven en reddingsboei.

Vóór de uitbraak van het coronavirus werd de economische opvangfunctie van de school vaak over het hoofd gezien, of als vanzelfsprekend aangenomen. Maar zodra de scholen hun deuren moesten sluiten, bleek hoe onmisbaar die opvangfunctie is. Ouders en verzorgers moeten zich in bochten wringen om hun werk vanuit huis te kunnen blijven doen, in combinatie met de dagelijkse zorg voor hun kinderen.

Bovendien kregen zij er thuis, naast hun werk, een stevige taak bij: hulp en begeleiding bieden bij het (digitaal) afstandsonderwijs van hun kinderen. Een collega verzuchtte de afgelopen week: ‘Nu pas besef ik wat een goede uitvinding school eigenlijk is. Een plek waar ik mijn kinderen naar toe kan brengen, waar ze dan van alles leren van mensen die daar voor gestudeerd hebben en waar ze andere kinderen ontmoeten om mee te spelen. En dat mijn man en ik dan gewoon kunnen werken.’

Er moest in allerijl noodopvang worden geregeld voor kinderen van ouders in vitale beroepen, zoals de zorg, het transport of het uitvaartwezen. En kinderen en jongeren moeten in huiselijke kring – vaak bovenop elkaars lip - de dag goed zien door te komen, in het gemis van hun schoolvrienden en leraren. Dit laatste laat een derde belangrijke functie van de school zien die de laatste weken duidelijk naar voren komt: de sociale functie.

Losse handjes

Als het voor leerlingen thuis onveilig is, dan wordt de sociale functie van de school nog pregnanter. Dan is school een veilige haven, een reddingsboei om in verbinding te komen met mensen en organisaties die helpen en steun bieden.

Het is terecht dat het ontbreken van deze functie nu een grote zorg is binnen het onderwijsveld. Een leraar vertelde mij de afgelopen week over zijn zorgen over een leerling met een aan alcohol verslaafde vader met hele ‘losse handjes’. Hij schetste hoe deze jongen normaal gesproken veel tijd op school doorbrengt, ook na de les, en dat hij deze jongen regelmatig sprak om vinger aan de pols te houden. Nu de school alleen nog maar ‘online’ is, kan hij zijn leerling al enkele weken niet meer bereiken.

Het Nederlands Jeugdinstituut meldt dat in Nederland minimaal drie op de honderd kinderen en jongeren thuis worden verwaarloosd of mishandeld. De school, waar zij een substantieel deel van hun tijd doorbrengen, kan een stevige buffer vormen tegen riskante situaties thuis, en deze kinderen letterlijk een uitweg bieden. Al deze leerlingen ontberen tijdens de coronacrisis deze belangrijke beschermende factor.

‘Als de leerlingen thuis onveilig zijn, wordt de school een reddingsboei’

De notie dat de school naast het verzorgen van onderwijs ook een belangrijke economische en sociale functie heeft, is niet van vandaag of gisteren. Al in de negentiende eeuw kende Nederland de zogenoemde bewaarscholen of kleine kinderscholen. Deze scholen waren primair bedoeld om de kinderen van armlastige werkende vrouwen op te vangen.

Dat de opvangfunctie van het onderwijs van grote betekenis is voor de ontwikkeling (en het herstel) van de economie wordt ook onderstreept door de Noorse socioloog Johan Galtung. Hij benadrukt dat school de zorg voor kinderen en jongeren voor een substantieel deel overneemt van hun ouders, zodat zij zich op hun werk kunnen richten.

Ook de Amerikaanse socioloog Talcott Parsons benadrukte al in het midden van de vorige eeuw uitdrukkelijk dat de school een belangrijke plek in het leven van kinderen vormt. De school diende in zijn visie om de smalle wereld van het eigen gezin te kunnen overstijgen. School was er om in aanraking te komen met de gebruiken, normen en waarden van de bredere samenleving.

Gelijkwaardige burgers

In Nederland bestaat er anno 2020 redelijke consensus dat het onderwijs in ons land een drievoudige opgave heeft. Het eerste element is het bieden van adequate scholing op het gebied van taal, rekenen en wiskunde, kennis van de wereld van vroeger en nu, en beroepsvorming. Het doel daarvan is om de leerlingen en studenten toe te rusten voor deelname aan werk, cultuur, wetenschap en samenleving. Het tweede element van de onderwijsopgave is vorming tot gelijkwaardige burgers in een democratische rechtstaat. Als derde element geldt dat onderwijs voor iedereen gelijkwaardige en rechtvaardige kansen moet bieden.

Leerachterstanden

Nu de scholen en universiteiten vanwege de coronacrisis voor langere tijd gesloten moeten zijn, blijkt de school meer dan een plek om te leren. School blijkt voor velen ook een opvangplek én een veilige haven te zijn.

Wanneer de schooldeuren weer worden geopend, moet er dan ook niet alleen oog zijn voor de leerachterstanden die kinderen en jongeren hebben opgelopen. We moeten ook goed kijken naar de sociaal-emotionele effecten die de andere weggevallen functies van het onderwijs gehad hebben op individuele leerlingen.

In deze coronacrisis wordt het belang van dagelijks goede zorg en opvang bieden aan kinderen en jongeren, naast het geven van goed onderwijs, opnieuw onderstreept. Het laat zien dat de waarde van het werk van alle leraren en andere onderwijsprofessionals groot is.